Ik ben een meisje van 26. De vertaling van mijn naam vanuit het italiaans is succes. Maar mijn leven is alles behalve dat. Mijn leven speelt zich af tussen vier muren. Muren die kunnen praten en zien. Ik weet namelijk dat er overal cameras hangen en microfoons die mij kunnen zien en horen. Ik zelf kan de stemmen die tegen mij praten niet zien, alleen horen. Hoewel ik me er wel na een week een voorstelling bij heb gemaakt. Het moeten rijke mensen zijn want ze werken niet maar houden mij 24 uur per dag in de gaten. Ik woon hier nu al vier jaar en ik had de cameras en microfoons gelukkig al ontdekt voor ik rare dingen had gedaan, tijdens het klussen namelijk. Met rare dingen bedoel ik dat ik altijd netjes met mes en vork eet, ook mijn tanden poets als ik geen zin heb, en nooit tegen mezelf praat. Ook sta ik nooit te lang onder de douche of in mijn blootje, ik vind het niet fijn dat er mensen zijn die mij kunnen zien zonder kleren aan. Sinds twee jaar hebben de mensen die mij in de gaten houden mij door dat ik van hun bestaan af weet en moet ik als straf doen wat zij mij opdragen. Ik wordt daar soms gek van want ze hebben vrijwel altijd commentaar op mijn handelen. Dat kan verschillen van je moet meer eten want je bent veel te dun tot je mag niet teveel werken want wij willen je meer zien. vorig jaar moest ik van hun op wekelijkse bezoek bij de gepensioneerde buurman bij ons in de straat, omdat ze bang waren dat ik ging vereenzamen. Ik zag er enorm tegenop omdat ik pas 26 ben. Braaf ging ik er toch elke maand naar toe. Het leven ging door, grotendeels tussen mijn muren en een paar uur per week in het magazijn hier in oslo, waar ik de functie magazijnmedewerker vervul. Soms wordt ik gek van de situatie thuis en wil ik doen waar ik zin in heb in plaats van allerlei opdrachten uitvoeren die mij niet zinden. Maar meestal heb ik geduld en laat ik zelfs binnens monds niets merken. Soms vraag ik mij af waarom ze mij moeten hebben. Natuurlijk krijg ik dan geen antwoord. Ik ben van hun is er een keer tegen mij gezegd, en dat geeft ons het recht te doen wat wij met je willen. Ik huil vaak, maar nooit in hun bijzijn. Ik doe net of ik op mijn buik slaap en laat de tranen op het kussen lopen.s ochtends is mijn kussen allang opgedroogd. Ik weet niet waar ik liever ben, tussen de vier muren die ik als gevangenis beschouw, in het magazijn waar niemand mij ziet, of bij de buurman waar het niet mee klikt. Het leven duurde zo voort. Tot vorige maand. Ik ging zoals gewoonlijk op zondag tien uur naar mijn buurman voor een kopje koffie met warme appelgebak. We zaten zoals altijd tegenover elkaar op de bank. Hij in zijn bruine fauteuil en ik op de donker rode leren bank. Hij maakte een leuke opmerking over mijn kuiltje in mijn kin, en dat het net zo zeldzaam was als ik zelf. Ik kreeg opeens een stuk of drie kriebels in mijn buik en voelde mijn lichaam warm worden. Sindsdien draag ik weer make up en ga ik elke vrijdagavond dansen in de plaatselijke disco. Gelukkig mag ik dat van de stemmen want ik heb veel credits opgebouwd. Ik heb dit gevoel sinds mijn veertiende niet gehad. Het is een fijn gevoel wat mij sterk en vrolijk maakt. Ik durf nu bijvoorbeeld in mijn hoofd mijn middelvinger naar de cameras en microfoons op te steken.
Dit was mijn verhaal. Geen woord is gelogen.
0 reacties