Anderhalf jaar geleden kwam ik in jouw leven. Ik als verzorgende jij als zorgvrager. Jij met je 60 jaar de jongste bij ons op de afdeling, ik 15 jaar jonger. Heel snel was er een speciale klik tussen ons, de grapjes tussen ons vlogen over en weer. Als er iets voorviel wat jou niet aanstond riep jij “pas op hoor ik verbreek de verloving tussen ons”.
Op een gegeven moment vroeg jij of je een kans bij mij had gemaakt als jij mij eerder in het leven was tegen gekomen. Ik heb eerlijk geantwoord ik weet het niet. Het zou van diverse omstandigheden hebben afgehangen.
Tijdens n van je douchebeurten riep je uit het niets. Goh wat zouden wij een heftige sex met elkaar gehad hebben. Op mijn toch zeer verbaasde blik knikte je heftig van JA. En langzamerhand begon er tussen ons iets te veranderen.
Regelmatig als er tussen het werk door even tijd was nam ik je mee naar beneden om tegemoet te komen aan je rookverslaving. Stiekem genoot ik van de gesprekken die er op die momenten tussen ons plaats vonden. Langzamerhand begon jij over jezelf te vertellen. Hoe jong je was dat jij door een CVA werd getroffen. Hoe moeilijk jij het had dat je niet meer deel kon nemen aan het werkzame leven. Hoe jij langzamerhand steeds afhankelijker werd van de spaarzame mensen om je heen en het verplegend personeel.
Tijdens n van mijn nachtdiensten is het begonnen. Het was zomer en wij hadden een aantal zeer warme dagen. De warmte bleef hangen in het huis en zelfs tijdens de nachten was dit nog goed merkbaar. Dat ik de eerste ronde bij je kwam was je nog wakker en raakte wij aan de praat. Ik hing met mijn beide ellebogen op het bedhek van jou bed. Op een gegeven moment kreeg ik een aai over mijn wang. Je vond mij lief en ik voelde lekker zacht aan. Op dat moment had ik wijzer moeten zijn en weglopen. Maar ik bleef staan en voordat ik het wist had jij je goede hand achter mijn nek gehaakt en trok je mijn gezicht naar de jouwe. Wat begon met een klein kusje eindigde in een hartstochtelijke tongzoen van beide zijde.
Het is aardig uit de hand gelopen en langzamerhand begon ik verliefd te worden. Een onmogelijke liefde zonder toekomstmogelijkheden. Ik getrouwd en mijn leven buiten het verpleeghuis. Jij als vrijgezel met alleen nog je leven in het verpleeghuis en een gezondheid welke steeds meer achteruit ging.
Anderhalf jaar heeft het geduurd. Dat jij de laatste keer weer ziek werd was er nog weinig hoop voor je. Je lichaam kon de vele ontstekingen niet meer aan. Je laatste ziekbed was gelukkig kort en tijdens je slaap heb jij je laatste adem uit geblazen.
Inmiddels is je begrafenis achter de rug en rest mij niets anders dan dit allemaal een plekje in mijn leven te geven.
Maar god wat heb ik van jou gehouden. Wat ben ik blij dat ik je heb mogen leren kennen. Al wilde wij beide dat het onder andere omstandigheden was geweest.
Helaas dit was ons noodlot.
0 reacties