Ik zit hier voor de zoveelste keer te wenen voor jou, terwijl het vorige week net nog het tegenovergestelde was. Ik zou je zo graag zeggen dat ik er mee stop, maar dat is niet wat ik wil. Het doet me zo’n pijn te weten dat ik nooit zal zijn voor jou wat jij bent voor mij. Ik zit vast. Ik weet dat ik je zal moeten loslaten om echt gelukkig te worden, maar blijf met het gevoel zitten dat enkel jij me gelukkig kan maken. Ik vergelijk ze met jou en kan niet voelen voor hen wat ik voel voor jou. Je maakt me zot, letterlijk en figuurlijk. En ik kan het tegen niemand kwijt, wat me nog meer zot maakt.
0 reacties