Ik ben goed opgeleid, heb een goed inkomen, heb een mooi huis en heb mijn leven helemaal op orde. Maar ik geniet ervan om uit vuilnisbakken te eten. Ik geniet van half vergaan eten dat mensen achteloos hebben achtergelaten. Het is een onweerstaanbare drang: elke vuilnisbak in de publieke ruimte moet door mij gecheckt worden. Hoe ranziger de inhoud van een vuilnisbak (volgekakte luiers, gebruikte condooms en bloederige tampons, etc etc), des te meer verheugd ik ben als ik iets eetbaars vind… Als een kostbaar pareltje te midden van een lelijke wereld. Ik probeer het dan ongezien achterover te slaan en geniet met volle teugen. Een lichte vorm van bederf prikkelt me nog meer. Als ik kokhals en mijn eigen maagzuur naar boven voel komen, ervaar ik bijna een dubbel plezier!

Het valt niet altijd mee om mij over te geven aan mijn �onweerstaanbare drang, want ik heb niet bepaald een ‘zwerferslook’.

Ik zou graag vrienden hebben met wie ik een ‘lopend buffet’ door de binnenstad kan meemaken.